metropolis m

Meiro Koizumi, A Sleeping Boy, De Pont, 2025. Foto Antoine van Kaam

Wat betekent het om een lichaam te hebben in een tijd waarin het virtuele bestaan steeds meer de overhand neemt in ons leven? De Japanse videokunstenaar Meiro Koizumi onderzoekt hoe technologische ontwikkelingen van invloed zijn op ons denken over wat leven is. Xander Karskens gaat met Koizumi in gesprek over hedendaagse culturele trauma’s, generatiedynamiek en de impact van AI op onze vrije wil.

Xander Karskens

Je hebt net de laatste hand gelegd aan je nieuwe werk, dat geëxposeerd wordt in de solotentoonstelling Altars (2024) bij MUJIN-TO Production in Tokio. Laten we het over dit werk hebben dat een nieuwe stap in je praktijk markeert. Voor het eerst werk je met beeldhouwkunst als medium. Een interessante en misschien wel logische stap, aangezien de menselijke figuur altijd centraal heeft gestaan in je werk, waarbij het lichaam vaak het object is van spanning en manipulatie.

Meiro Koizumi

‘Ik ben al langer geïnteresseerd in beeldhouwen, maar ik heb nooit eerder de moed gehad om ermee te beginnen. Ik heb altijd gedacht dat ik een “beeldpersoon” ben, in de zin van het platte beeld, en dat ik niet zo goed zou zijn in het maken van objecten. Dat was mijn complex [lacht], mijn gevoel van minderwaardigheid rondom het object. Maar ik heb me altijd willen bezighouden met beeldhouwkunst, omdat ik in mijn werk veel bezig ben met de toestand van lichamen. We vergeten vaak hoe belangrijk het voor ons is om lichamen te hebben, aangezien ons sociale leven zich steeds meer in virtuele omgevingen afspeelt, worden we steeds meer als abstracte entiteiten behandeld. Daarom wilde ik sculpturen maken: ik wilde zien wat voor soort representatie van lichamen mogelijk is in een hard, fysiek object.’

XK

De sculpturen die je hebt gemaakt bevinden zich in een soort tussenfase. Net zoals de protagonisten van je eerdere videowerken, die te maken hebben met historische trauma’s en schuldgevoelens, vast lijken te zitten in een soort hybride moment tussen heden en verleden, bewegen de sculpturen zich nu tussen mens en machine. In die zin is het huidige werk meer gericht op de toekomst dan op het verleden.

MK

‘De afgelopen jaren is mijn onderzoek zich gaan richten op onderwerpen zoals kunstmatige intelligentie, genetische manipulatie en neurowetenschappen. Wat mij interesseert, is hoe deze technologische ontwikkelingen van invloed zijn op ons denken over wat leven is. AI ziet er misschien steeds “levensechter” uit, maar in wezen blijft het simpelweg gegevensverwerking en patroonherkenning. Ook biotechnologie compliceert ons begrip van wat leven is, ten opzichte van wat we beschouwen als kunstmatig of mechanisch. Leven onderscheidt zich niet meer zo scherp van technologie; we beschouwen het als een tussengebied, een grijze zone tussen levende organismen en technologie.
Ik heb geprobeerd een representatie te vinden voor dit tussengebied in de beeldengroep Altars. De figuren zitten vast in kunstmatige posities, ergens tussen een menselijk lichaam en een machine in. Het was belangrijk voor mij om de clichés van de “human machine” te vermijden, daarom zijn ze zo ongemakkelijk gepositioneerd. Ik wilde dat ze empathie zouden opwekken bij de toeschouwer. Ook heb ik klei gebruikt voor het modelleren van de figuren, een interessant materiaal in relatie tot scheppingsmythologie. De modder waaruit het leven ooit ontstond, wordt langzaamaan technologie.’

Meiro Koizumi, Altars, De Pont, 2025. Foto: Antoine van Kaam
XK

Het onderwerp van de ‘human machine’ is aan bod gekomen in je grote trilogie Prometheus Bound (2019), Prometheus Unbound (2021) en Prometheus the Fire-Bringer (2023), waarin je het gebruik van bewegend beeld hebt uitgebreid naar het domein van virtual reality. Ik herinner me je eerste experimenten met het VR-platform in Sacrifice (2018), waarin de kijker een eerstepersoonsperspectief inneemt bij het navertellen van een familiedrama tijdens de oorlog in Irak. Het leverde een intense kijkervaring op, waarbij de visuele ervaring van de virtuele omgeving soms letterlijk duizelingwekkend aanvoelde. In de Prometheus-werken heb je een eigenzinnige benadering van het medium ontwikkeld, waarin je de scheiding tussen lichaam en technologie op subtielere en verfijndere manieren verkent.

MK

‘Ik ben me er altijd van bewust geweest dat bewegend beeld, net als film, een heel sterk medium is. Het heeft de kracht om de kijker op te slokken, om controle uit te oefenen, om gebruikt te worden als propagandamiddel. Als kunstenaar heb ik deze mogelijkheden artistiek, maar ook kritisch verkend door bijvoorbeeld meta-apparaten in te bouwen die de mechanismen van het medium onthullen en subject en object van elkaar scheiden. Virtual reality gaat zelfs nog verder. In goed uitgevoerde VR verdwijnt je lichaam en wordt alles een puur eerste-persoonsperspectief. Deze totale absorptie bemoeilijkt het observeren van jezelf en het ontwarren van je subjectiviteit. In dat opzicht vind ik VR een fascinerende en uitdagende technologie.’

XK

Technologie en de sfeer van het heilige en goddelijke zijn nauw met elkaar verbonden in je werk.

MK

‘Ja, vuur kan worden gezien als de eerste technologische revolutie. Volgens de mythe stal Prometheus vuur van Zeus en gaf het aan de mensheid. Deze eerste technologie, afkomstig van de goden, plaatste ons in een schuldrelatie met het goddelijke. Het verbindt technologie met het idee van opoffering: in het christendom bijvoorbeeld is dat het idee dat we iets terug moeten geven om dichter bij God te komen. In de moderne tijd toont de versnelling van technologische vooruitgang een nieuwe connectie met het goddelijke: het idee dat technologie ons in staat stelt om onszelf te verheffen tot God-achtige figuren. Deze hedendaagse mythologie, met haar ethische en maatschappelijke implicaties, vormt een belangrijke inspiratiebron voor mijn werk.’

XK

In je eerdere werk, zoals in Where the Silence Fails (2013) en Rite for a Dream (Today my Empire Sings) (2016), richtte je je op Japans complexe relatie met zijn moderne geschiedenis, met figuren als de kamikazepiloot, de oorlogsveteraan en de keizer van Japan. In vaak emotioneel geladen en verontrustende videowerken verkende je thema’s als het geheugen in relatie tot trauma en de impact van taboes op de ontwikkeling van generaties. Je probeert de gesloten verhalen over eer en vastberadenheid open te breken en in plaats daarvan een meer complexe (en persoonlijke) discussie over trauma, lijden en verlies uit te lokken. Hoe zie je de rol van generatiedynamiek in het doorbreken van gesloten verhalen en het openen van een debat over verleden, heden en toekomst?

MK

‘Twintig jaar geleden begon ik werk te maken over geschiedenis en oorlog, omdat ik het gevoel had dat er in de Japanse samenleving op dat moment aan het veranderen was en er iets generatiegebonden dreigde verloren te gaan. De oudere generatie, zij die de Tweede Wereldoorlog zelf had meegemaakt, leefde nog, en er was een mogelijkheid om van hun verhalen te leren. Toen we kinderen waren, konden we hen geen vragen stellen over hun ervaringen in de oorlog: het was een groot taboe. Je zag de littekens op de lichamen van je grootouders, maar het onderwerp bleef onbespreekbaar.
Het moment dat deze generatie wegviel, viel samen met een periode van economische neergang in Japan in de jaren 1990 en 2000, terwijl andere Oost-Aziatische landen opkwamen. Dit leidde tot een verlies aan vertrouwen in de Japanse samenleving en een heropleving van conservatief nationalisme en historisch revisionisme. In plaats van de wreedheden die we in de eerste helft van de twintigste eeuw hebben begaan in China, Taiwan, het Koreaanse schiereiland en andere delen van Zuidoost-Azië onder ogen te zien, hebben we deze geschiedenis herschreven tot een verhaal van nationale trots. Het is gemakkelijker om de bloedbaden te ontkennen en de zogenaamd “welwillende bedoelingen” van onze koloniale inspanningen in Korea te benadrukken dan om de traumatische realiteit van deze historische feiten te erkennen en onder ogen te zien.’

XK

Dat klinkt als een verwerkingsproces als wij kennen van het dekoloniale debat in het Westen, het idee van nationale schuld, van intergenerationeel trauma, dat langzaam vordert en de samenleving en politiek sterk beïnvloedt.

MK

‘Er is misschien een verschil in die zin dat de Japanse samenleving nooit echt is begonnen met het verwerken van haar trauma’s of schuldgevoelens. Mijn werk ontstond vanuit de observatie dat de maatschappij begon te vergeten terwijl een cruciale generatie begon te sterven. Ik wilde werk maken dat kon bemiddelen tussen deze oudere en de jongere generaties, om de culturele herinnering aan deze gebeurtenissen levend te houden en intergenerationele gesprekken op gang te brengen.
Trauma is universeel: het kan individuen treffen door persoonlijke ervaringen, maar wanneer het cultureel gedeeld wordt door een hele samenleving waarin jongere generaties geen directe ervaring hebben met de oorzaak ervan, wordt het een krachtig obstakel dat ons verhindert vooruit te gaan. Om dit trauma te doorbreken, zijn momenten van opening en breuk nodig. Mijn werk probeert dit culturele trauma te bewaren, te reflecteren op hoe het functioneert in herinnering en geschiedenis, en een weg te bieden naar het donkere hart ervan voor huidige en toekomstige generaties.’

XK

Er zit een educatief belang in dit proces, dat na verloop van tijd meer in je werk is doorgesijpeld. Je bent actief begonnen met een meer collectieve benadering van je werk, door jonge mensen (meestal late tieners en begin twintigers) te betrekken bij werken als We Mourn the Dead of the Future (2019) en The Angels of Testimony (2019). In workshops, gesprekken en performances werden ze uitgenodigd om na te denken over onderwerpen als zelfopoffering en om te reageren op ooggetuigenverslagen van de verschrikkingen van de oorlog. In deze werken heb je onderbelichte historische verhalen letterlijk in het bewustzijn van de jongere generatie gebracht.

MK

‘Het gaat om het doorgeven van kennis en het creëren van bewustzijn over hoe culturele trauma’s functioneren in de samenleving. Wat mij motiveert, is de wens dat jonge mensen eigen keuzes kunnen maken over hun leven en toekomst. In mijn gesprekken met de oudere generatie, zoals kamikazepiloten en soldaten, begreep ik dat keuze voor hen niet zozeer een persoonlijke, individuele beslissing was, maar iets dat werd gevormd door maatschappelijke verplichtingen. Voor hen was die keuze vanzelfsprekend, maar het was verstrengeld in een waardesysteem dat radicale zelfopoffering als “normaal” beschouwde. Ik wilde dit soort lessen vastleggen en doorgeven, omdat jonge mensen kwetsbaar zijn wanneer ze belangrijke beslissingen over hun toekomst moeten nemen. Ze weten misschien nog niet wat ze willen doen of hoe ze hun dromen en hoop vorm moeten geven. Het is daarom belangrijk om te laten zien dat er ook een ander gezichtspunt bestaat.’

XK

Wanneer we nadenken over ‘keuze’ en de invloed van sociale conditionering op de jongere generatie, is het wellicht interessant om het eerdere onderwerp van technologie opnieuw aan te kaarten. Er wordt veel gediscussieerd over de schadelijke effecten van sociale media op kinderen en tieners, en over de sluipende invloed van AI, die onze lichamen en subjectiviteiten steeds meer onderwerpt. Denk aan big tech die gegevens verzamelen voor commerciële doeleinden en overheidscontrole. In relatie tot keuze en vrije wil zou je kunnen stellen dat technologie een nieuw, duister soort determinisme voortbrengt dat niet langer gebaseerd is op religieuze dogma’s, maar op algoritmische doctrines.

MK

‘Toen ik vader werd, veranderde de manier waarop ik over kunst dacht. Ik merk dat ik nu een langer tijdsperspectief heb in mijn praktijk en veel nadenk over de toekomst, en het soort wereld waarin onze kinderen zullen opgroeien. Technologie heeft zich ontwikkeld in een richting waarin alles wordt gereduceerd tot data en algoritmes, en de voorspellende kracht van AI zal alleen maar toenemen om onze vrije wil en het idee van keuze te beïnvloeden. Het weet vaak al wat we willen voordat we het zelf weten, en neemt beslissingen voor ons. Dit besef is voor mij zeer scherp aanwezig.
Eén van de dingen waar ik me erg bewust van ben, en die ik benadruk in mijn gesprekken met de jongere generatie, is hoe technologie ons individuele bewustzijn en onze wil collectiviseert, en hoe dat een grote uitdaging vormt. De combinatie van collectiviteit en technologie vormt een nieuwe en beangstigende situatie. Sociale media zijn zonder twijfel een kracht die deze dynamiek van collectieve organisatie enorm versnelt.

Wat mij momenteel bezighoudt, en waar ik nog geen antwoord op heb, is dat er niet één kwaadaardige supermacht lijkt te zijn die dit allemaal beheerst. Het lijkt eerder alsof de mensheid zichzelf, vanaf het begin van de geschiedenis tot nu, collectief steeds verder heeft voortgestuwd. We doen het samen, en het proces versnelt steeds meer. Tegelijkertijd vernietigen we de delen van ons lichaam die niet gedigitaliseerd kunnen worden. We doden dat onkenbare deel van onszelf in een poging om [vormt vormen met zijn handen] vierkant, rechthoekig, vierkant te worden: als berekenbare wezens.’

Meiro Koizumi’s Theaters of Life is tot 31 augustus te zien bij
De Pont in Tilburg

Xander Karskens

is directeur van buitenplaats Kasteel Wijlre

Gerelateerd

Recente artikelen