metropolis m

‘I want a president’ (1992) van Zoe Leonard, geïnstalleerd onder de High Line in New York. Foto: Timothy Schenck, Courtesy of the High Line. Via The Guardian.

In een tijd waarin regeringen de randen van de rechtstaat opzoeken, zo niet er met gemak overheen gaan, is het geen slecht idee van de Raad voor Cultuur om een adviescommissie te laten onderzoeken hoe het gesteld is met de artistieke vrijheid in Nederland. Daar zit ook een gevaar in. Een advies van de Raad zonder een precies kader kan zich zo maar eens tegen die gekoesterde vrijheid keren.

Terwijl vanaf de andere kant van de Atlantische Oceaan eerst chaos en nu agressie onze kant op wordt geblazen, mijn omgeving – machteloos en in paniek – elk moment verwacht uit een boze droom te ontwaken, en daardoor jong en oud zelfs afscheid nemen van sociale mediakanalen, toch echt een brug te ver en zeker prematuur vindt, kwam ik een verrassend nieuwsbericht tegen: een adviescommissie onderzoekt as we speak hoe het met onze artistieke vrijheid is gesteld. Belangrijk! Want ook wanneer onze datacentra worden ondermijnd en grenswachters onder de voet worden gelopen willen kunstenaars kunnen doorwerken.

De Raad voor Cultuur had het moment voor dit advies niet beter kunnen kiezen. De machtsgreep maakt in Amerika korte metten met de vrijheid van de kunsten, of althans: de regering beëindigt er financiering van progressieve programma’s en plaatst werk en ideeën in de kunsten, media en het onderwijs in het verdomhoekje zodat anderen eroverheen kunnen pissen. Hoewel geen enkel regime greep heeft op wat kunstenaars uiteindelijk doen en laten, krijgt cultuurproductie  sowieso een ander gezicht, zo was het Disney concern er als de kippen bij om elke zweem van diversiteitsambitie te beëindigen.

Ik ben er nog steeds niet over uit of ik die revanchistische aanval op progressieve waarden en wetgeving die al een tijd her en der in Europa, waaronder Nederland, te vinden is en nu in alle hevigheid in Amerika is losgebarsten geen complete bullshit moet vinden: een bliksemafleider, volksmennerij, met als oogmerk zelfverrijking via versterking van een populistische machtsbasis. Daarentegen geloof ik meteen dat een bepaald slag mannen (m/v) alles intens haat dat afwijkt van henzelf, of dat nu om ras, sekse, gender, politieke overtuiging of klasse gaat. Die haat tegen alles dat anders en progressief is gaat generaties bepalen. En dat is triest.

In deze politiek chaotische en onveilige constellatie is ook de Nederlandse kunstsector ontzettend toe aan enig houvast dat haar eigenwaarde en onaantastbaarheid bevestigt. Artistieke vrijheid representeert dat, zou je kunnen stellen: chapeau dat de raad dit oppakt.

Als reden voor het onderzoek schreef de raad afgelopen september dat kunstinstellingen bezorgd waren over de veiligheid en artistieke vrijheid van hun medewerkers. Ik kon me daar iets bij voorstellen. De Kunsten ‘92 bijeenkomst van mei 2024 zou bijvoorbeeld over de verre toekomst gaan, maar ging grotendeels op aan de schrik onder aanwezigen voor de conservatieve teneur van het zojuist gesloten hoofdlijnenakkoord. Dat wilde de jeugd beschermen tegen alternatieve samenlevingsvormen en seksuele smaken, verbood antidemocratische en anti-rechtstatelijke opvattingen, en stelde hard optreden in het vooruitzicht tegen grensoverschrijdend gedrag, terrorisme en antisemitisme. Hoe zou het de artistieke vrijheid vergaan, was de bezorgde vraag die klonk. Als welopgevoede burger had ieder het beste voor met Nederland, maar een radicaal-rechtse regering hield er vast andere definities van ‘vrijheid van meningsuiting’, ‘veiligheid’ en ‘rechtsstaat’ op na dan de wet op dat moment voorschreef. Inmiddels weten we dat het kabinet elke kans aangrijpt om juridische grenzen op te rekken, vooralsnog tevergeefs.

Nu is het altijd, zeker in dergelijke krachtverhoudingen, belangrijk dat onderzoek precieze kaders meekrijgt en daarover maak ik me in dit geval zorgen. Want terwijl de cultuursector wakker ligt van politiek geweld en repressie, signaleert de raad  ‘maatschappelijke weerstand’. En dat is een groot verschil. De raad meldt dat ‘het publiek’ zich tegen niet nader gespecificeerde ‘onderwerpen’ keert en dat de cultuursector programmering die discussie vanwege geopolitieke spanningen kan veroorzaken mijdt. Opvallend, want publieksprotest tegen de inhoud van kunst doet zich in Nederland nauwelijks voor. Twee jaar geleden was er ophef over het voorlezen aan kinderen door dragqueens en Maccabi Nederland blijft namens Israël op hoge poten brieven sturen naar premier Schoof, vorige maand nog, toen een racistische cabaretier hier geen podium vond. Meer voorbeelden schieten me niet te binnen en de vraag dringt zich op wie en waar in Nederland momenteel de artistieke vrijheid bedreigt. Misschien is dat toch eerder de politiek, niet het publiek.

Dat de Nederlandse regering zoals die van Duitsland keuzes kan gaan maken waarbij de vrijheid van kunst, media en wetenschap het afleggen is, onder dit politieke gesternte, goed voorstelbaar. Al is de raad daar niet op uit, het beoogde advies kan ook uitmonden in het beperken van die vrijheid wil ik maar zeggen. Dat is helemaal afhankelijk van wat een commissie ervan bakt en of zij ruimte geeft aan politici om met een advies aan de haal te gaan.

Laat ik de raad en zijn adviescommissie daarom dit ongevraagde advies geven: wees voorzichtig hoe je schaatst op dit gladde ijs, opdat je niet als nieuwe editie van de Kultuurkamer de geschiedenis ingaat, je die smet voor de rest van je werkende bestaan met je mee moet dragen en later aan je neefjes en nichtjes kan gaan uitleggen dat oom en tante echt geen bruinhemden waren. Hoe jij je nu teweer stelt bepaalt welke vrijheid wij en zij krijgen.

Nous Faes

is eigenaar van The Sociological Studio for Policy and Research

Gerelateerd

Recente artikelen